Broeden op een nog mooier Broedplaatsenbeleid
Geplaatst op maandag 3 februari 2025 Leestijd: 2.5 minuut

In Nijmegen is er behoefte aan meer ruimtes zoals De Basis, Brebl en Hubert. Broedplaatsen waar mensen kunnen groeien in wat ze doen én dat kunnen laten zien. Zowel als muzikant, artiest, kunstenaar. Of heel iets anders. Er is vraag naar muziekstudio's, ateliers, podia en andere ontmoetings- en maakplaatsen voor culturele ondernemers.
Om aan die vraag tegemoet te komen, komt het college met een broedplaatsenbeleid. Echter denkt fractielid Cees de Beer dat dit beleid nog mooier kan.
Zijn motie met aanvullende ideeën werd gesteund door de raad. Nu kunnen zowel de gemeente als culturele ondernemers samen op een duurzame manier aan de slag.
Cees vertelt over het driestappenplan wat hij heeft voorgelegd om het broedplaatsenbeleid nog mooier te maken:
Stap 1. Inzicht verschaffen in huidige hoeveelheid broedplaatsen
"Het is belangrijk om te weten hoeveel broedplaatsen we nu hebben in de stad en hoe deze broedplaatsen van elkaar verschillen. Van dat laatste bestaat nog geen lijst. Terwijl de gemeente dus wel aangeeft dat er straks 100 m2 aan broedplaatsen per 1000 woningen komen. Uit de signalen die wij uit de stad krijgen, denken we dat dat te weinig is. Maar goed, zonder lijst van broedplaatsen die er nu al zijn weten we niet wat erbij moet.
Daarom heb ik het college gevraagd om een lijst op te stellen waarop niet alleen de broedplaatsen staan, maar waar ook wordt gespecificeerd hoe groot deze plekken zijn, hoeveel mensen er gebruik van maken en wat ze er maken, organiseren of produceren. Daarnaast wil ik weten hoeveel subsidie of andere financiële middelen zij en de gemeente eraan kwijt zijn.
Pas als je dat allemaal weet, weet je waar er echt behoefte aan is en wat je als gemeente nog mist. Zowel qua ruimte als de invulling daarvan. En vanuit daar kun je echt een passend beleid gaan maken."
Stap 2. Ambitie verhogen
"Als dan duidelijk is welke verschillende broedplaatsen we hebben, wat daar allemaal gebeurt en hoe ze de boel bekostigen, weten we ook wat er nog nodig is. Dat vraagt ook om ambitie. Het zou goed zijn om als gemeente referentienormen op te stellen voor broedplaatsen die passen bij een groeiende stad als Nijmegen. Ook stelden we het college de vraag hoe we de huidige broedplaatsen in Nijmegen beter kunnen ondersteunen. "
Stap 3. Structurele financiering verkennen
"Een van de manieren om zowel huidige broedplaatsen als nieuwe bij te staan, is het verkennen van structurele financiering. Op dit moment wordt er eenmalig een mooi bedrag uitgetrokken voor broedplaatsen. Dat is fijn. Maar is het genoeg om deze broedplaatse in stand te houden? Daarom stelde ik voor om te onderzoeken of er andere mogelijkheden zijn om de cultureel ondernemers financieel te ondersteunen.
Bijvoorbeeld via een stadsmakersfonds. En dat dat stadsmakersfonds dan een revolverend fonds is. Dat betekent dat culturele ondernemers geld kunnen lenen en de terugbetaling vervolgens ook weer terugstroomt in het fonds. Zodat ook nieuwe mensen met nieuwe ideeën hiervan kunnen profiteren. Zo kan iedereen aanspraak maken op een potje geld bij de gemeente. Dit bevordert culturele ideeën en plekken in onze gemeente het hele jaar door en hopelijk nog voor vele jaren, en niet alleen tot het potje leeg is."
Om aan die vraag tegemoet te komen, komt het college met een broedplaatsenbeleid. Echter denkt fractielid Cees de Beer dat dit beleid nog mooier kan.
Zijn motie met aanvullende ideeën werd gesteund door de raad. Nu kunnen zowel de gemeente als culturele ondernemers samen op een duurzame manier aan de slag.
Cees vertelt over het driestappenplan wat hij heeft voorgelegd om het broedplaatsenbeleid nog mooier te maken:
Stap 1. Inzicht verschaffen in huidige hoeveelheid broedplaatsen
"Het is belangrijk om te weten hoeveel broedplaatsen we nu hebben in de stad en hoe deze broedplaatsen van elkaar verschillen. Van dat laatste bestaat nog geen lijst. Terwijl de gemeente dus wel aangeeft dat er straks 100 m2 aan broedplaatsen per 1000 woningen komen. Uit de signalen die wij uit de stad krijgen, denken we dat dat te weinig is. Maar goed, zonder lijst van broedplaatsen die er nu al zijn weten we niet wat erbij moet.
Daarom heb ik het college gevraagd om een lijst op te stellen waarop niet alleen de broedplaatsen staan, maar waar ook wordt gespecificeerd hoe groot deze plekken zijn, hoeveel mensen er gebruik van maken en wat ze er maken, organiseren of produceren. Daarnaast wil ik weten hoeveel subsidie of andere financiële middelen zij en de gemeente eraan kwijt zijn.
Pas als je dat allemaal weet, weet je waar er echt behoefte aan is en wat je als gemeente nog mist. Zowel qua ruimte als de invulling daarvan. En vanuit daar kun je echt een passend beleid gaan maken."
Stap 2. Ambitie verhogen
"Als dan duidelijk is welke verschillende broedplaatsen we hebben, wat daar allemaal gebeurt en hoe ze de boel bekostigen, weten we ook wat er nog nodig is. Dat vraagt ook om ambitie. Het zou goed zijn om als gemeente referentienormen op te stellen voor broedplaatsen die passen bij een groeiende stad als Nijmegen. Ook stelden we het college de vraag hoe we de huidige broedplaatsen in Nijmegen beter kunnen ondersteunen. "
Stap 3. Structurele financiering verkennen
"Een van de manieren om zowel huidige broedplaatsen als nieuwe bij te staan, is het verkennen van structurele financiering. Op dit moment wordt er eenmalig een mooi bedrag uitgetrokken voor broedplaatsen. Dat is fijn. Maar is het genoeg om deze broedplaatse in stand te houden? Daarom stelde ik voor om te onderzoeken of er andere mogelijkheden zijn om de cultureel ondernemers financieel te ondersteunen.
Bijvoorbeeld via een stadsmakersfonds. En dat dat stadsmakersfonds dan een revolverend fonds is. Dat betekent dat culturele ondernemers geld kunnen lenen en de terugbetaling vervolgens ook weer terugstroomt in het fonds. Zodat ook nieuwe mensen met nieuwe ideeën hiervan kunnen profiteren. Zo kan iedereen aanspraak maken op een potje geld bij de gemeente. Dit bevordert culturele ideeën en plekken in onze gemeente het hele jaar door en hopelijk nog voor vele jaren, en niet alleen tot het potje leeg is."